Ik ben drietalig.
Niet dat ik me daar bewust van ben, ik ben vier en een half, dus vooral druk
met school en spelen en vriendjes. Ik moet er trouwens wel heel eerlijk bij
vertellen dat ik steeds meer tweetalig word, mijn geboortetaal is het aan het
verliezen van mijn twee nieuwe talen. Ik spreek Thais, Frans en Nederlands.
Maar de taal die ik het allerbeste beheers is het Nederfrais! Dat klinkt
ongeveer zo. Als ik een paard in een vrachtauto zie, roep ik vol enthousiasme:
‘Thanjouw Maman, een paa’d in de camion!’ En als Mama zegt dat ik mijn handen
moeten wassen voor het eten terwijl ik dat niet nodig vind omdat ik dat na het
plassen al gedaan heb, dan zeg ik ‘Langmoon gedaan na pipi!’.
Mijn Mama
begrijpt bijna alles wat ik zeg, die is heel goed in de passieve beheersing van
mijn Nederfrais. Mijn grote broer ook, die is er zelfs nog beter in dan Mama,
want hij begrijpt het ook als ik sommige woorden verkeerd uitspreek. Zo zei ik
eens, naar buiten wijzend: ‘Pleup!’ Mama
had geen flauw idee wat ik bedoelde en liet mij nog een paar keer ‘Pleup’
herhalen. Mijn grote broer had toen wèl door dat ik bedoelde dat het regende:
il pleut.
Papa begrijpt een
beetje Nederfrais, maar de juf op school helemaal niet. Tegen hen spreek ik zo
veel mogelijk Frans.
Bij ons thuis
wordt er dus in verschillende talen gecommuniceerd. Zoals gezegd spreek ik
Nederfrais met mijn Mama en mijn grote broer, Frans met Papa. Papa spreekt
Frans met ons allemaal, da’s makkelijk. Mama spreekt Nederlands met mijn broer
en mij en Frans met Papa, valt ook nog te volgen. Maar voor mijn grote broer
ligt ’t lastiger. Die spreekt Frans met Papa en Frederlands met Mama. Dat is
Frans met wat Nederlands erdoor. Vroeger sprak hij alleen Nederlands met Mama.
En met mij communiceert hij dan weer in het Nederfrans, want ik begrijp het
Nederlands nog iets beter dan het Frans, al zal dat niet lang meer duren nu ik
hier in Frankrijk op school zit.
Hoe dat allemaal
zo gekomen is? Nou kijk (Thanjouw!). Ik was vroeger, toen ik nog maar net vier
was, heel lang geleden dus, gewoon ééntalig. Toen woonde ik nog in mijn
kindertehuis in Thailand. Op een dag kwam een van mijn lievelingsnannies mij
vertellen dat ik bij ‘Papa’, ‘Maman’ en ‘Phee Chay’ zou gaan wonen. Toen heb ik
onbewust twee Franse woorden en een nieuw Thais woord geleerd. Ik dacht
namelijk dat het de namen waren van die meneer en mevrouw op die foto en van
die bleke blonde jongen. Later bleek dat die woorden de functies van vader,
moeder en grote broer aanduiden. Dat hele concept van gezin, ouders en broer
was mij volkomen vreemd, maar ik begin het zo langzamerhand te snappen. Vier
maanden geleden, toen ik voor het eerst naar school ging, begreep ik het nog
niet. Moest ik plassen, zei ik tegen de hulpjuf ‘Maman, pipi’, bleek ze Chantal
te heten! Wist ik veel, ik dacht toen dat alle lieve dames die voor kinderen
zorgen hier ‘Maman’ heten.
(inzending voor de wedstrijd Gouden Talenknobbel 2014, georganiseerd door Van Dale: http://www.vandale.nl/gouden-talenknobbel/2014#.U6_PzajGaWg)
(inzending voor de wedstrijd Gouden Talenknobbel 2014, georganiseerd door Van Dale: http://www.vandale.nl/gouden-talenknobbel/2014#.U6_PzajGaWg)