lundi 4 mai 2020

Met een ADHDertje in confinement

Wij zitten hier, voor de zevende week alweer, met een ADHDertje in confinement, zoals de lockdown in Frankrijk heet. En dat betekent, zoals eerder beschreven, dat we alleen naar buiten mogen als het echt moet. Nou ja, we mogen wel een uurtje per dag naar buiten om de benen te strekken. En we hebben gelukkig een tuintje waar ons ADHDertje tegen een voetbal kan trappen.

Onze jongste bleek namelijk ADHD te hebben. Dat vermoedde ik al op de tweede dag met hem in Bangkok. Hij stuiterde alle kanten op. Maar manlief vermoedde dat het kwam omdat alles spannend en nieuw voor hem was (helemaal waar en eng was het zeker voor hem in het begin). Ook dacht hij dat de jongste extra druk leek in vergelijking met de oudste, die juist heel kalm en kat-uit-de-boom-kijkerig is. Ook helemaal waar.

Toch zocht ik eenmaal thuis de symptomen van ADHD op internet op. Daar stond onder andere dat je pas met zes jaar de diagnose kan stellen. Jonger zijn ze allemaal druk. Toen hij zes was, begon het op te vallen dat hij nog steeds woede aanvallen had en vaak zichzelf in de weg zat. Dus gingen we op zoek naar een psychologe. Drie jaar therapie verder, met tussendoor nog logopedie en psychomotricité (geen idee hoe dat in Nederland heet), was er nauwelijks vooruitgang. De psychologe zei steeds maar weer dat hij zo rustig was bij haar. Fijn voor haar, maar daar heb ik niets aan! Hij deed bij haar waarschijnlijk wat hij op school ook doet: het gewenste gedrag vertonen. En thuis voelt hij zich dan veilig en gaat het hek van de dam.

Vervolgens maar een afspraak gemaakt met een in ADHD gespecialiseerde psychiater. En die vindt dan natuurlijk ADHD. Sindsdien gaat het op school in elk geval beter, hij gaat vooruit. Het opstandige gedrag is er echter nog net zo.

Maar toen kwam het coronavirus op ons pad en moesten we acht weken binnenblijven! En geen school voor ons druktemakertje, dat nou juist zo veel behoefte heeft aan sociaal contact.

De eerste drie weken is hij in huis en tuin gebleven. Flink voetballen en darts gooien in die tuin was genoeg. Ik kwam er toen achter dat er een speciale uitzondering was voor mensen met autisme en ADHD. Die mogen verder dan een kilometer van huis voor hun dagelijkse wandeling. Direct had ik visioenen van lange wandelingen met mijn mannetje door een een rustige stad - bos en Seine oevers blijven ook voor hem verboden terrein.

Stom natuurlijk. Ik ken hem toch? Wandelen wil hij normaal al niet. En als de tocht niet naar een speeltuintje gaat (zijn ook afgesloten) al helemaal niet. Zijn belangrijkste argument was dat hij niet anders dan anderen wil zijn. Dus het idee dat we dan op weg gaan met een bewijs van zijn ADHD op zak staat hem bijzonder tegen.

Een lange wandeling met hem kwam er dan ook niet van, maar toch heb ik gedreigd met geen TV om hem mee te krijgen op een tocht door de stad. Ik vond dat hij moest zien dat de wereld door draait ondanks de covid-19 en dat zijn schoolgebouw er nog steeds staat. En het deed hem goed.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire